Travel – op droomreis naar IJsland
Afgelopen april was het zover: na 10 jaar dromen over deze reis was eindelijk het moment daar! Le BF en ik vertrokken op een 11 daagse reis naar IJsland. We maakten een roadtrip en verbleven een paar dagen in Reykjavik. Ik deel heel graag onze avonturen en natuurlijk foto’s om iedereen er van te overtuigen hier ook ooit naar toe te gaan. Lees gauw verder!
IJsland, wat een hype
Het is opeens een hype: iedereen wil of gaat naar IJsland. Ik vond dat wel jammer, want ik ga graag naar onontgonnen gebieden, maar 10 jaar geleden had ik simpelweg het geld niet. Toen het eindelijk een keer serieus op de planning stond, ontplofte die verrekte vulkaan (bekijk hier het filmpje over hoe je de naam uitspreekt) en daarna kwam de crisis. En toen raakte het plan weer op de achtergrond. Tot nu! De reis naar IJsland is altijd op mijn bucketlist blijven staan en nu le BF en ik genoeg geld hadden gespaard (want dat heb je nodig, geloof me), boekten we onze droomreis.
Onze plannen
Voordat je naar IJsland gaat en gaat boeken, moet je wel een plan hebben. Wil je het noorderlicht zien? Dan moet je rond wintertijd gaan. Wil je de highlands in? Dan is alleen juli/augustus een mogelijkheid. Wil je alleen naar Reykjavik? Of wil je ook rondreizen? En wil je dan kamperen of in hotels? Hotels zijn prijzig zeker in het hoogseizoen, maar kamperen kan pas vanaf eind mei/juni. En wil je puffins zien en walvissen? Allemaal dingen waar je rekening mee moet houden voordat je kunt boeken.
Wij kozen ervoor om de reis te combineren met een ander punt van mijn life-goals-bucketlist: het zien van het Noorderlicht. Daardoor moesten we niet te laat in het jaar gaan, het meest optimaal is zelfs november-februari. Maar dan is het ook enorm koud, en laat ik nou echt geen goed verwarmingssysteem hebben in mijn lichaam. We sloten een compromis: we gaan begin april, vóór het hoogseizoen dus met wat minder drukte, maar ook met iets minder (maar niet onmogelijke) kans op het Noorderlicht. Maar een groot voordeel: in april is het ook al minder koud en ligt er minder sneeuw. Win-win (if you’re lucky).
Hieronder deel ik mijn rondreis door IJsland in 2 delen. Over Reykjavik schreef ik een aparte blog 🙂
Dag 2 – De Golden Circle 1: Thingvellir National park
Onze reis begon in Reykjavik, waar we 1 nacht verbleven voordat de roadtrip begon. We huurden een auto (we gingen voor Blue Car Rental, hier heb je nog wat handige tips) en gingen de volgende ochtend vroeg op weg naar de Golden Circle. De Golden Circle is een toeristische highlight, maar ik snapte direct waarom: WAUW. Wat een natuur, wat een mooie watervallen, wat een pracht. Gelukkig gingen wij al om 7.30 de deur uit en toen we bij het Thingvellir park aankwamen, hadden we deze nog voor onszelf. Het begon wat te regenen, maar zoals de IJslanders zeggen: ‘er is geen slecht weer, er is alleen slechte kleding en een slechte attitude‘, en gingen we toch op pad.
Je kunt hier uren wandelen, watervallen zien, meertjes waar vroeger mensen geliquideerd werden en nog veel meer. Hierboven sta ik bijvoorbeeld bij de tektonische platen van Amerika en Europa, waar de opnames voor Game of Thrones’ the Wall zijn gemaakt.
Omdat dit onze eerste stop was en er niemand was, waren we nog in de veronderstelling dat we de enigen in IJsland waren. We waren er ten slotte ook buiten hoogseizoen. Maar niets was minder waar. Na ongeveer 1,5 uur wandelen keken we eens achterom: drommen mensen! Hele busladingen Chinezen werden er per uur afgezet in het park, die dan ook gretig begonnen te fotograferen. Tip van de dag dus: ga op tijd!
De nationale parken en eigenlijk alle bezienswaardigheden zijn de hele dag open en gratis. We hoefden hier alleen te betalen om onze bolide te parkeren. In de zomer zijn er zelfs mensen die hun dag/nacht ritme om gooien, zodat ze niet tussen de toeristen zitten. Het wordt toch niet echt donker.
Maar ondanks dat er later op de dag veel toeristen zijn, is het park echt prachtig, en zeker een aanrader. Rijd hier niet voorbij!
The golden circle 2: Geysir
De tweede stop op de Golden Circle toer zijn de geisers. Ongeveer alle natuurverschijnselen en bergjes in IJsland hebben een naam, zo ook alle warmwaterbronnen. Geysir is dan ook de naam van een warmwaterbron, een geiser, waar alle andere geisers in de wereld naar vernoemd zijn. De naam is afkomstig van het IJslandse werkwoord að gjósa, wat opborrelen betekent. Geysir zelf is helaas door verkeerd toerisme alweer uitgedoofd (toeristen gooiden er stenen in), maar de geiser Strokkur is nog steeds actief. Ongeveer elke 10 minuten borrelt deze geiser op en kun je een waar spektakel zien. Je moet wel wat geduld hebben en door de toeristen heen kijken 😉 Voor de grap heb ik de drukte even gefotografeerd:
Maar ook lukte het me om het borrelen van de geiser op de film te zetten, kijk hier: (note: het duurde dus ongeveer 20 minuten en één mislukte poging om dit op film te krijgen ;))
Na de stop Geysir gaan de meeste mensen nog door naar de derde stop op de Golden Circle: de prachtige waterval Gullfoss. Op die manier zou je de Golden Circle in 1 dag kunnen doen en weer terug rijden naar Reykjavik. Wij waren de toeristen wel weer zat en hoefden juist niet terug naar de hoofdstad. We besloten naar onze eerste overnachting te gaan, en dan de volgende ochtend vroeg naar de waterval. We overnachtten in een klein plaatsje genaamd Flúðir, waar ook een ‘Secret Lagoon‘ is, een kleine versie van de Blue Lagoon. Dit is een natuurlijk warmwaterbad met daarin silica modder die goed voor je huid is. Als we de Blue Lagoon niet al hadden geboekt, waren we hier zeker in gegaan! Tip dus: Boek niet de Blue Lagoon maar ga hierheen als je in de buurt bent; het is goedkoper en veel minder toeristisch.
Dag 3 – Golden Circle 3: Gullfoss
Op dag 3 reden we in alle vroegte weer naar een Golden Circle hoogtepunt: IJslands bekendste waterval Gullfoss. Dit is een waterval die in 2 delen 32 meter naar beneden stort. Look at this stunning view:
Je kunt ook wandelen in de buurt van de waterval, maar wij waren niet gekleed in regenkleding (en dat wil je wel, je wordt anders helemaal doorweekt). De waterval is zo beroemd omdat er ook altijd wind staat, waardoor er bijna altijd een regenboog te zien is in de waterdamp. En zeg nou zelf, is dit niet prachtig?
Op doorreis naar Vík
Nadat we dit natuurgeweld hadden bewonderd, stapten we weer in onze auto om onze weg te vervolgen naar Vík, een dorpje in het zuidelijkste puntje van IJsland. Het regende helaas deze hele dag, waardoor al onze geplande activiteiten (bezoek aan een geheim openlucht zwembad, nog een waterval bekijken, naar een vogelbroedplaats) een beetje in het water vielen. Toch hebben we het meeste nog wel gedaan.
We bezochten een andere waterval, Seljalandsfoss. Het leuke van deze waterval is, dat je er achter kunt komen en dan nog een mooier uitzicht hebt! Het waaide enorm die dag en hoe dichter we bij de waterval kwamen, hoe meer water er in ons gezicht werd gewaaid. Na 2 minuten waren we nog niet eens halverwege, maar wel volledig doorweekt. We keken elkaar aan, schoten in de lach, en zijn maar teruggegaan. Bibberend en doorweekt zijn we weer gaan opwarmen in de auto, haha! Zo dom… Trek dus regenkleding aan als je dit wil doen!
Na dit doorweekte avontuur hadden we niet zo heel veel zin meer om de hele dag in de regen te lopen. We verkortten ons avontuur en besloten om de volgende dag te kijken of het beter weer zou zijn. Toch leverden de laaghangende regenwolken nog wel toffe plaatjes op:
Toen we dit stuk de volgende dag weer terugreden, bleken er hele berglandschappen achter te liggen! Die hadden we even ge-mis-t 😉
De trollen van Dyrhólaey
Vlak voordat we in Vík aankwamen, maakten we nog een tussenstop in Dyrhólaey. Dit is een klif die door de druk vanuit het water steeds meer uit de zee oprijst (net als heel IJsland overigens, het eiland wordt steeds groter). Deze klif staat bekend om zijn prachtige uitzicht, maar ook om het feit dat hier papegaaiduikers nesten. Helaas waren wij nét te vroeg in het seizoen om ze te spotten. Hier bevindt zich verder nog een gat in het klif waar de zee vrij spel heeft. Net als bij Strokkur staan hier dus mensen te wachten tot het ze lukt om het spektakel vast te leggen:
Het uitzicht is overigens echt stunning hier, je ziet hier de eerste zwarte stranden al en de zon begon eindelijk een beetje te schijnen.
De zwarte stranden van Vík
Na Dyrhólaey reden we door naar Vík. Vík í Mýrdal is een minidorpje (er wonen welgeteld 300 mensen) in het zuiden van IJsland, de plek waar de meeste regen valt (en dat hebben we gemerkt). Toch reizen er elk jaar 1 miljoen (!!) mensen doorheen, en het dorp leeft dus van toerisme. Het is onder andere een uitvalsbasis voor de toeristen die hierna verder oostwaarts willen reizen. De tweede optie is het bezoeken van de Mýrdalskojull-gletsjer, die bovenop de gevaarlijke vulkaan Katla ligt (later hierover meer). Verder is hier niet heel veel te beleven, behalve dan dat de fameuze zwarte stranden zich hier bevinden.
De zwarte stranden van Vík liggen bij Reynisfjara, een zwart strand gebied met daarop een amazing klif, in een soort vierkant stenen patroon. De klif heet Hálsanef. In de zee die ernaast ligt, zijn er basalten te zien, een soort grote rotsen. Het verhaal gaat, dat er twee trollen waren die een schip het land op wilden trekken, maar die in steen veranderden toen het dag werd.
De golven hier op de zwarte stranden zijn wel erg onvoorspelbaar en sterk (ze worden ook wel sneaky waves genoemd). Veel mensen zijn hier al verdronken, dus kijk uit met het water hier!
Dag 4 – Mýrdalsjökull
Na een overnachting en heerlijk dineren in Vík gingen we op pad naar de gletsjer Mýrdalsjökull. Hier wilde le BF heel graag op sneeuwscootertocht, dus deze hadden we thuis alvast geboekt. Deze gletsjer ligt vlak naast Eyjafjallajökull, die uitbarstte net na de financiële crisis, en half Europa plat legde met zijn as. Mýrdalsjökull ligt bovenop de vulkaan Katla, die nog steeds actief is. De vulkaan kent om de 40 tot 80 jaar een uitbarsting. Aangezien de laatste uitbarsting dateert van 1918, houden wetenschappers de vulkaan nauwlettend in de gaten. Dat werd ons vrolijk verteld toen we al bovenop de vulkaan stonden. Gelukkig kunnen ze ’s ochtends al inschatten of hij ’s middags gaat uitbarsten! Toen we hier naar toe reden, bleek het weer opgeklaard en zagen we opeens de berg die we gister niet hadden gezien!
Een private tour
Aangekomen bij het kamp waar we onze kleding zouden krijgen, bleek dat we geluk hadden: die ochtend waren wij de enigen die hadden geboekt! (Ter vergelijking: de dag erop stonden er 40 slecht Engelssprekende Japanners op het programma). Een private tour dus! Met een e-nor-me 4-wheel drive reden we al hobbelend de berg op, er was niet echt een goede weg, meer een soort uitgesleten rotspartij waar je kon rijden met veel gaten overal.
Super bang
Maar eenmaal boven, in ons pak gehesen en met het zicht op de berg, waren we de autorit allang vergeten. De tourguide (die krijg je natuurlijk wel mee) stapte op zijn sneeuwscooter en ik ging achterop bij Le BF. Met zijn motorrij ervaring (en mijn achteropzit-ervaring) dacht ik dat het wel goed zou komen, maar wat was dit eng!! Super slippery natuurlijk, dat ijs. Le BF moest het apparaat nog onder controle krijgen, en ik dacht alleen maar ‘je moest in zijn rijsporen blijven’. Doodsbang was ik, en bij de eerste stop stapte ik dan ook af en ging achterop bij de tourguide. Nu was het dus wel fijn dat we een private-tour hadden. Eenmaal bij de guide achterop, kon ik iets meer ontspannen en genieten van het uitzicht. En toegegeven: het was amazing. Nog nooit zoiets engs gedaan, maar wat een tof uitzicht en wat een mooie route! (overigens kan le BF heel goed sneeuwscooteren, maar was ik vooral bang, haha sorry schatje!)
Dag 4 – Op doorreis deel 2
Na de Golden Circle – extended edition en de sneeuwscootertocht reden we terug via Reykjavik en door naar Noord-West. Daar zou het tweede deel van ons avontuur plaatsvinden. Vanuit Vík reden we in 1 keer door naar Borgarnes, met 1 tussenstop in Selfoss. Dit is het meest lelijke stadje ever, en iedereen stopt hier alleen maar om boodschappen te doen. Zo ook wij. (dit staat zelfs zo in de lonely planet, geen grap!)
Als je eenmaal voorbij Reykjavik naar het noorden gaat, ben je echt alleen. Af en toe 1 andere auto op de weg, maar het werd ons duidelijk dat echt de meeste mensen naar zuidwest gaan, en niet naar het noorden! Toch hebben we hier de meest stunning views gehad:
Het toffe aan rijden in IJsland is dat de omgeving ongeveer elk half uur verandert, samen met het weer. Hier zie je bruin en groen, en achterin wat bergen met sneeuw. Soms regende het, soms scheen de zon en soms sneeuwde het zelfs! Je mag helemaal niet zo hard rijden gelukkig, en dit geeft je voldoende tijd om dit soort uitzichten te spotten.
Eenmaal aangekomen in Borgarnes doken we in de hot pool van onze homestay en aten we een hapje. Die avond zou het Noorderlicht eventueel gezien kunnen worden, dus midden in de nacht reden we op aanraden van onze ober uit het restaurant naar een uitgedoofde krater, waarvandaan je het Noorderlicht spectaculair kon zien – als het er was. Helaas was het die avond geen feest. De krater was tof, en midden in de nacht met zaklamp een berg beklimmen was een leuk avontuur, maar het Noorderlicht bleef uit! Hopelijk hadden we een andere keer meer geluk.
Dag 5 – van Borgarnes naar Stykkishólmur
In Borgarnes is er niet zoveel te zien, dus we reden door naar Stykkishólmur. Dit is hét plaatsje waar de film ‘The secret life of Walter Mitty‘ opgenomen is. Dit dorpje staat er om bekend dat het goed onderhouden ‘chocolate box’ huisjes heeft: gekleurde huisjes, gemaakt van hout en daardoor is het hele dorpje een schattige aanblik. (behalve de futuristische kerk dan) Eenmaal aangekomen begon het te sneeuwen/regenen en hebben we alleen even een korte wandeling gemaakt. Het plaatsje is klein en wordt voornamelijk als uitvalsbasis gebruikt om nog verder naar het noorden te gaan of om walvissen te kijken. Net als in Vík hadden ze hier weer ongeveer 2 restaurantjes om uit te kiezen, maar we hebben heerlijk gegeten en IJslands bier gedronken. Verder gebruikten we ons verblijf hier om nog een beetje bij te komen, want de volgende dag gingen we veel rijden en hiken! We hebben lekker de film van Walter Mitty gekeken in ons saaie hotel 😉
Dag 6 – van stykkisholmur naar Arnarstapi
Deze laatste dat werd een drukke reisdag, maar is denk ik een van mijn favorieten! Stykkisholmur ligt op de Snæfellsness peninsula, het stukje land noordwest, maar onder de Westfjorden. Dit gebied staat er om bekend alles te hebben wat IJsland te bieden heeft, in een geconcentreerd stuk land: walvissen, papegaaiduikers, gletsjers, natuurparken, grotten, vulkanen, ga zo maar door. Vanuit Stykkishólmur reden we via de kust daarom westwaards, langs een National park waarin de Snæfelsjökull vulkaan zich bevindt. Verder zijn er allerlei bezienswaardigheden onderweg te zien. Zo kun je -als je wilt- stoppen bij het beroemdste verrotte haai-restaurant van IJsland. Rotte haai is een delicatesse, maar schijnt te smaken naar een in ammonium gedrenkte spons. Nee dank je, wij sloegen dit maar even over. Maar he, je hebt mensen?
1-kamer Museum
Onze eerste stop was een klein dorpje genaamd Grundarfjördur. Het is een spectaculair uitzicht vanaf hier, maar het regende lokaal, dus we wilden eerst even ergens koffiedrinken en een plan de campagne maken voor de rest van de dag. Hier scheen een Saga Centre te zijn, dit was een tourist information punt, een cafe met goede koffie, een internet punt en een museum in één. Klonk goed! Het museum zou gaan over de invloeden van de Fransen in IJsland en hoe boten een rol hebben gespeeld in dit dorp.
Nadat we uitgebreid het museum hadden bekeken, gingen we heerlijk zitten, er hingen gitaren en een ukelele en we hebben nog even wat muziek gemaakt. Het was wel echt een heerlijke ochtend, ondanks dat het museum hilarisch klein was!
Sustainable Tourism
Hierna reden we door langs de kust en het weer klaarde op. We kwamen uit bij een uitgedoofde krater, genaamd Saxhólar. IJsland staat bekend om zijn sustainable tourism, en dit duidelijk een voorbeeld: een trap, onherkenbaar gebouwd in de krater, voorkomt dat de rest van de natuur aangetast wordt. Zo kan iedereen naar boven, maar blijft de rest van de krater behouden.
Na deze krater beklommen te hebben, reden we iets verder naar Dritvík en Djúpalónssandur, nog een ander zwart strand op het eiland. Het is een dramatisch strand, want er liggen overal overblijfselen van een aangespoelde boot, en ook steken hier rotsen uit het water. Verder is dit een plek waar vroeger de zeemannen vandaan vertrokken, en werden hier hun krachten getest. Er liggen vier ‘lifting stones’, van vier verschillende gewichten. Hoe meer gewicht je kon tillen, bepaalde welk klusje je kreeg op de boot!
Hiken van Hellnar naar Arnarstapi
Nadat we hier zijn uitgewaaid, reden we door naar Hellnar, alweer vlakbij onze laatste slaapplaats, Arnarstapi. Hellnar is een klein vissersdorpje met slechts een paar huizen, maar met een blijkbaar niet-te-missen wandeling langs de kust richting Arnarstapi. Na even navraag te hebben gedaan hoelang de wandeling duurde, werden ons verschillende dingen verteld: het is maar 2.5 km, dus in een half uurtje ben je er wel doorheen. Een andere vrouw zei ons: minstens een uur! Well, het was dus minstens een uur. De hike was een rotsachtig waterballet, waarbij we ons meerdere malen aan elkaar of aan gras of rotsen moesten vasthouden. Maar wat was het prachtig!
Okee, genoeg plaatjes, ik kan nog wel even doorgaan. Na de hike van 2x een uur door de modder (we moesten natuurlijk ook weer terug, haha!), reden we door naar onze laatste rondreis stop: Arnarstapi. Hier hadden we pittoreske cottages geboekt, om romantisch in te verblijven. We aten traditionele IJslandse lamssoep en doken ons bed in, uitgeput na een lange dag. En de volgende dag werden we zo wakker:
Opstaan met sneeuw en wilde paarden
Sneeuw! Ik zei toch dat het weer zo kon omslaan in IJsland? Wandelden we de dag ervoor nog in de stralende zon, was er nu sneeuw. Na een stevig ontbijt moesten we dan toch door de sneeuw weer op pad, maar gelukkig zijn de meeste wegen in IJsland sneeuwvrij. (ze bouwen ze bovenop de geothermal heating bronnen, zo briljant, dan hoeven ze nooit te strooien!)
We reden langs alle mooie landschappen weer terug naar Reykjavik, waar deel 2 van ons avontuur begon: de citytrip Reykjavik. Maar onderweg kwamen we wel nog wat IJslandse paarden (IJslanders) tegen langs de kant van de weg! IJsland staat bekend om zijn paardenras, wat al meer dan 1000 jaar zonder invloed van buitenaf wordt gefokt. Vaak staan deze paarden gewoon langs de kant van de weg te grazen en kun je ze aaien.
Ik zou willen dat we het hele eiland rond hadden gereden, en dat we nog een week extra de tijd hadden gehad. Maarja, elke dag in IJsland kost zo’n 200€, dus op een gegeven moment moet je keuzes maken 🙂 Bovendien hadden we ook hele leuke plannen in Reykjavik, waarover later meer!
Home sweet home
Nu, een paar maanden later, geniet ik nog steeds na van ons avontuur. Er staat voor jullie nog een blog over Reykjavik op de planning (inmiddels staat deze dus online) voor als jullie ook naar IJsland willen. Nu ik vakantie heb, kon ik ook eindelijk alle foto’s uitzoeken en weer herinneringen ophalen. Mijn foto’s stonden echt chaotisch door elkaar, omdat door de kou mijn iPhone steeds uitviel en we de telefoons van beiden gebruikten om foto’s mee te maken, en soms zelfs de iPad! Maar als je je foto’s niet snel sorteert en uitzoekt, doe je het niet meer, ken je dat? (I know, wie gaat er nou naar IJsland zonder goede camera? Ik.. Maar ik heb er (nog) geen!)
Ik heb in ieder geval nu van deze roadtrip een fotoboek gemaakt. Ik mocht dit doen bij de Fotofabriek, die dit jaar als beste uit de test kwamen voor fotoboeken. Wil je ook een fotoboek maken? Kijk dan eens op hun site! Ik ben er in ieder geval heel blij mee, zelfs mijn (crappy) iPhone foto’s zorgden voor een tof boek.
Ben jij al in IJsland geweest of wil je er heen? Wat staat er op jouw wishlist? Laat het me weten in een comment, misschien heb ik nog tips voor je!
Het fotoboek van mijn reis is gemaakt in samenwerking met Fotofabriek, de reis zelf was natuurlijk geheel mijn eigen plan en budget. Kijk hier voor meer info over mijn samenwerkingen.
Marieke
Wow, wat tof zeg! Ik heb Ijsland ook al heel lang op mijn bucketlist staan, maar inderdaad: duur! Zo’n fotoboek maken van de reis is inderdaad ideaal.
Shirley
Wat een gave rondreis en prachtige foto’s. IJsland staat op mijn bucketlist, maar tot nu toe is het er niet van gekomen. Ooit 😉
Pingback: Travel - cityguide Reykjavik - Little Bit of Sunshine
Pingback: Mijn favoriete Scandinavische series - deel 2 - Little Bit of Sunshine
Pingback: SGG #34 - duurzamer omgaan met je smartphone - Little Bit of Sunshine